Gras- en onkruidzaden voeren
Het late voorjaar en de vroege zomer zijn de bloeitijd voor verreweg de meest gras- en onkruidsoorten.
Halfrijpe graszaden, de meeste kleine tropische vogels zijn er dol op en het is een bron van voedingswaarde.
Er zijn heel veel verschillende grassoorten. Niet alle grassen komen tegelijkertijd in bloei.
Het heeft weinig nut gras-aren te geven die net zijn uitgeschoten, daar zit nog geen zaad in.
Als de zaadvorming al wat is gevorderd, kun je dat bij sommige grassoorten zien aan de verdroogde meeldraden die nog aan de aren hangen.
Hierboven zie je dat bijvoorbeeld, bij Kropaar. Als de steel dan ook nog wat gelig begint te verkleuren is het prima voor de oogst.
Met enige ervaring kun je bij sommige grassoorten ook goed voelen of er al zaden in de aren zitten.
Straatgras zoals hierboven is heel populair bij met name de wat kleinere vogelsoorten. Het bloeit al volop in april tot diep in de herfst.
Dat Straatgras zo graag gegeten wordt, komt deels doordat de bloemetjes en uiteindelijk de zaadjes nogal ongelijkmatig rijpen
(in vergelijking tot andere grassen) waardoor er in de aartjes altijd wel wat van hun gading te vinden is.
Begin mei schiet bij heel veel verschillende grassen een lange bloeistengel op, zoals bij Vossenstaart, Glanshaver en Witbol.
Engels raaigras, hierboven, te herkennen aan de typische plaatsing van de zaden (de raai) en de opvallende glans van het blad, komt wat later.
Net als de zaadjes van Kropaar en Straatgras wordt ook Engels raaigras graag gegeten, mits er al wat rijper zaad in zit.
Niet alle grassen zijn even geschikt voor consumptie door onze vogels, maar vaak is het ook een kwestie van wennen.
Glanshaver wordt ook algemeen gewaardeerd, als er tenminste halfrijp zaad in zit. De aren zijn dan half open en hangen wat af.
Kijk wel uit of er nog zaad in zit, Glanshaver laat het zaad vrij snel vallen. Dan zie je nog wel een mooie pluim, maar het is alleen maar kaf.
Glanshaver in de knop, de aar staat rechtop.
|
Glanshaver in volle bloei, rijp voor de oogst
|
Grotendeels uitgebloeide Glanshaver, de zaadjes zijn gevallen
|
Het voeren van groen hoeft zich niet te beperken tot graszaden. Ook onrijpe onkruidzaden (melde, paardenbloem, herderstasje, klein kruiskruid,
koolzaad etc. worden graag genuttigd. Als de onkruidzaden er uit gegeten zijn, kunnen de halmen worden gebruikt als nestmateriaal.
Na de bloei sluit de paardenbloem hierboven zich. Dat is het juiste moment voor de oogst. De vogels peuteren de zaadjes er wel uit.
Herderstasje, de zaadjes zitten in de driehoekige blaadjes
Sommige onkruidzaden zijn giftig en sommige zijn onsmakelijk voor de vogels. Er bestaan geen giftige grassen, maar je kun beter geen grashalmen plukken in de directe nabijheid van akkers met landbouwgewassen.
De kans bestaat dat de gewassen zijn bespoten met chemische bestrijdingsmiddelen.
Van Vogelmuur worden de zaadjes maar ook de blaadjes gegeten.
|